De liefde wachtte geduldig af
geschopt en afgewezen, dood gevroren
weer ontdooid en weer verrezen
en altijd nog een beetje bang
ze wachtte, maar al lang niet meer
op eeuwigheid, haar dromen kwijt
zag zij in winterse seizoenen
de schoonheid zelfs in het vergaan
maar plots zou zij er toch weer staan
rijzig, reikend en ontdaan
van alle pek en veren
om dan, door niemand nog verwacht
fluisterend te beweren :
Ik besta !
© bert deben
Vogelwaarde / Antwerpen, 30 november / 01 december 2008, voor Ruud.
werd gepubliceerd in het lentenummer 2013/2 van Literair Vlugschrift Avier en in Avier bloemlezing 2013.
0 comments:
Post a Comment